De Amsterdamse Daklozenvakbond ontvangt dagelijks enkele honderden poststukken. Al deze brieven, kaarten en pakketten zijn gericht aan daklozen die er een briefadres hebben aangevraagd. “Alleen wie een adres heeft, bestaat in dit land”, zegt cliëntondersteuner Theo van Ghesel Grothe. Lees hieronder zijn verhaal over de vakbond, de Koffiets, Sheltersuits en ‘enveloppenvrees’.
Wie na lange tijd weer een briefadres krijgt, verschijnt al snel op de radar van bedrijven en instanties. De herinneringen, aanmaningen, facturen en aanslagen stapelen zich in korte tijd op. “Daarom ga ik na het indienen van een aanvraag van een briefadres om de tafel zitten met mijn cliënt. Van welke instanties verwacht hij vervelende post?”Vervolgens maakt Theo een planning voor het regelen en afhandelen van alle openstaande zaken. “In de praktijk werkt dat angst verlagend en het biedt iemand weer perspectief.” Volgens Theo zijn officiële brieven vaak nodeloos ingewikkeld door al het technische jargon. “Die teksten zijn niet alleen voor laaggeletterden lastig te begrijpen en mijn cliënten zitten vervolgens met de handen in het haar. Door een helpende hand te bieden, verlaag ik iemands ‘briefangst’.”
De Daklozenvakbond
De Daklozenvakbond waar Theo werkzaam is, is een kleine organisatie die hoofdzakelijk bestaat uit ervaringsdeskundigen en (ex)-daklozen. De organisatie komt op voor de rechten van dak- en thuislozen en mensen uit andere randgroepen. Naast ondersteuning bij het verkrijgen van een briefadres, adviseert de organisatie de (gemeentelijke) overheid over het thema dakloosheid. Hoe? Door aanwezig te zijn in raadscommissies, buurtteams, werkgroepen en andere overleggen.
Verder kunnen cliënten gebruik maken van een inloopspreekuur om vragen te stellen, hun post op te halen of een kop koffie te drinken. Theo verleent ook individuele ondersteuning aan daklozen. Hij kan daarbij onafhankelijk te werk gaan en dat is in zijn functiebeschrijving vastgelegd. “Ik ga bijvoorbeeld mee met een cliënt die een bijstandsuitkering wil aanvragen. Zeker wanneer een dakloze eerder is weggestuurd bij de gemeente, terwijl mijn inschatting is dat hij recht heeft op een uitkering.”
Goed luisteren, niet oordelen en hulpvaardig zijn. Zeer belangrijke eigenschappen voor het werken met daklozen.
Goed luisteren, niet oordelen en hulpvaardig zijn. Dat vindt Theo de belangrijkste eigenschappen om zijn werk goed uit te kunnen voeren. “Helaas is het onmogelijk om elke dakloze direct verder te helpen. Wel kan ik er voor iedereen zijn. Wanneer een cliënt met een goed gevoel vertrekt na een kennismakingsgesprek is de basis gelegd.” Voor verandering is een lange adem vereist!
Theo begeleidt mensen die vaak met complexe problemen kampen op meerdere levensterreinen. Vaak gaat het om een combinatie van schulden, verslavingen, psychische problemen, laaggeletterdheid en soms trauma’s. “Ik luister aandachtig, ben onbevooroordeeld en elke cliënt krijgt de tijd die hij nodig heeft. Wanneer ik het plaatje compleet heb, probeer ik een gids te zijn. Mensen hebben vaak geen idee bij welke organisatie ze moeten aankloppen voor hulp. Ik help ze op weg.”
Dak- en thuislozen hebben vaak een baan
Toch wil Theo voorkomen dat hij het beeld schetst van zielige, hulpeloze daklozen. Volgens hem zijn de meeste dak- en thuislozen veerkrachtige mensen die in de problemen zijn geraakt door gangbare levensgebeurtenissen, zoals baanverlies, een verbroken relatie of het overlijden van een dierbare. Mensen raken in de put, betalen hun rekeningen niet meer en worden op straat gezet. “Wie een klein sociaal vangnet heeft, komt snel in de problemen. De eerste 3 maanden kan je terecht bij familie en vrienden, maar daarna ben je op jezelf aangewezen.”
Ook de coronacrisis heeft impact. Zo heeft Theo laatst gesproken met een cliënt die schoonmaakt in hotels. Zijn inkomsten zijn teruggelopen, omdat er minder werk is. “Mensen weten niet wat ze moeten doen om bijvoorbeeld een aanvullende uitkering te krijgen. Procedures zijn vaak te ingewikkeld.” Een andere groep die het momenteel moeilijk heeft, zijn de bagagemedewerkers op luchthaven Schiphol.
Een gescheiden bouwvakker heeft honderden woningen helpen bouwen, maar geen eigen plek om zijn kinderen te ontvangen.
Weer een andere factor die invloed heeft op dak- en thuisloosheid zijn problemen in de woningbouw. In Amsterdam zijn te weinig sociale huurwoningen en de wachttijden lopen op tot 15 jaar. “Ik begeleid onder anderen een trambestuurder en een kok. Deze mannen gaan na hun werk rechtstreeks door naar de nachtopvang.” Theo vertelt ook over een bouwvakker die is gescheiden van zijn vrouw. "Deze cliënt heeft honderden woningen helpen bouwen, maar heeft geen huis om zijn kinderen te ontvangen.
Verder ziet Theo het aantal thuisloze jongeren stijgen. Dat heeft te maken met de kostendelersnorm, die geldt voor volwassenen die een woning delen. Het aantal huisgenoten ouder dan 21 is namelijk van invloed op de hoogte van iemands bijstandsuitkering. In de praktijk verlaten kinderen die 21 jaar worden daarom vaak het huis. Wanneer ze geen kamer vinden, komen ze al snel op straat te staan. “Hoe mooi zou het zijn als een bijstandsgerechtigde een kamer mag verhuren aan een economische dakloze. De een verdient een extra zakcentje en de ander heeft een plek om zijn zaken op orde te krijgen.”
In contact treden met de Koffiets
Als cliëntondersteuner verricht Theo ook veldwerk. Hij zoekt daklozen op in parken en bij andere populaire ‘hangplekken’. Hij beantwoordt vragen en schakelt direct hulporganisaties in als de situatie daarom vraagt. Laatst raakte hij aan de praat met een groep daklozen. Op de vraag of iemand wat nodig had, kreeg hij een gevat antwoord. ‘Sushi vind ik wel lekker, maar een bamischijf mag ook!’ Het is gelukkig niet alleen maar kommer en kwel. Integendeel! Dak- en thuislozen zijn vaak in voor een geintje.
Theo is niet alleen actief voor de Daklozenvakbond. Wekelijk maakt hij een ronde door Amsterdam op de Koffiets. Met deze elektrische bakfiets fietst hij langs plekken waar zich daklozen ophouden. “We bieden een kop koffie en een broodje aan. In de zomer hadden we ook verkoelende ijsjes bij ons.’
De Koffiets is een project van de Protestantse Diaconie Amsterdam. “Het is helemaal niet evangelisch van aard. Zelf probeer ik de Daklozenvakbond ook niet te verkopen als ik met de bakfiets onderweg ben. De Koffiets is een project om daklozen te integreren in het Amsterdamse straatbeeld. Een middel om in contact te komen en om daklozen een stem te geven.”
De Koffiets is een middel om Amsterdamse daklozen te integreren in het straatbeeld.
Theo vertelt dat hij graag een gesprekje aanknoopt met een dakloze om te vragen hoe zijn dag is. “Ik hoop dat Amsterdammers dat zien en ons voorbeeld volgen. Ze horen er gewoon bij!” Om die reden nemen de vrijwilligers van de Koffiets vaak stadsgenoten mee. “Het liefst nodig ik iemand twee keer uit, want we gaan geen aapjes kijken.” Theo heeft bijvoorbeeld mensen uit zijn kennissenkring mee genomen. “We zoeken ook contact met mensen uit een compleet andere omgeving. Zo zou ik graag eens met een handelaar van de Zuidas mijn rondje fietsen.”
Voor Theo is het belangrijk dat mensen hun vooroordelen over dakloosheid laten varen. Begin een praatje, ga werken in een soepkeuken, maak dakloosheid bespreekbaar. “Om die reden vind ik Sheltersuit zo’n mooi initiatief. De Sheltersuits en Shelterbags bieden comfort en zijn een goed middel om in contact te treden. Ik heb er al een aantal mogen uitreiken. Opkomen voor daklozen? Gewoon doen!"