In een tijd waarin de wereld langzaam tot stilstand kwam door de pandemie, werden de verborgen crises binnen onze samenleving zichtbaarder. Een daarvan: dakloosheid. Voor Susie (53), begon deze reis onverwachts. Susie had ooit een eigen huis, maar na haar scheiding besloot ze het te verkopen om een nieuwe start te maken. Ze wilde haar droom volgen om een eigen zaak op te bouwen: een beautysalon in Amsterdam. Met haar spaargeld en een huurcontract voor een winkelpand, was ze klaar om opnieuw te beginnen.Maar toen sloeg het noodlot toe.
De coronapandemie zette de hele wereld op pauze en dwong haar om al haar plannen te stoppen. Haar opleiding tot schoonheidsspecialiste kwam stil te liggen, en de contactberoepen die ze ambieerde werden niet langer toegestaan. “Het voelde alsof alles waar ik voor werkte in een keer verdween,” zegt Susie. “Ik had het helemaal uitgedacht: ik zou een eigen zaak beginnen en mezelf omscholen. Maar toen dat wegviel, voelde ik me verloren.” Terwijl haar spaargeld langzaam verdween, werd het steeds moeilijker om rond te komen en uiteindelijk was ze gedwongen haar tijdelijke verblijfplaats te verlaten.
Een netwerk van instanties, maar zonder werkelijk vangnet
Tijdens de eerste jaren van haar dakloosheid probeerde Susie steun te vinden bij verschillende instanties. Toch ervaarde zij deze niet altijd als een vangnet: “In het begin dacht ik niet eens dat ik echt dakloos was. Ik had wat spaargeld en een tijdelijke plek, maar toen alles stil kwam te liggen door corona, werd het steeds lastiger.” Instanties stonden onder druk en velen worstelden met hun eigen problemen, wat leidde tot een gemis aan menselijk contact en ondersteuning. Susie voelde zich vaak in de steek gelaten. “Het leek alsof de meeste mensen vooral met hun eigen situatie bezig waren,” vertelt ze.Wat haar ervaring kenmerkt, is niet alleen het gebrek aan fysieke opvang, maar vooral de bureaucratische obstakels die in de weg stonden van échte hulp. Het systeem, zo vertelt ze, lijkt meer gericht op categoriseren dan op luisteren. “Mensen worden gelijk in hokjes geplaatst. Als je eenmaal het label ‘zelfredzaam’ hebt gekregen, mag je het allemaal zelf uitzoeken. Hulp lijkt dan haast een gunst, niet een recht.”
In het begin dacht ik niet eens dat ik echt dakloos was. Ik had wat spaargeld en een tijdelijke plek, maar toen alles stil kwam te liggen door corona, werd het steeds lastiger.
De paradox van vrijheid en overleven
In haar vier jaar zonder vaste woonplek sliep Susie afwisselend in tijdelijke opvanglocaties en soms ook buiten. Haar dagen in de hostels waren niet alleen gevuld met overleven, maar boden soms ook onverwachte momenten van verbinding. “Ik sliep eens in een hostel vol andere daklozen. Iedereen probeerde er iets van te maken. We vierden zelfs feestdagen samen,” vertelt ze met een lichte glimlach. Die momenten brachten een gevoel van kameraadschap en pragmatisme dat ze waardeerde: “In de daklozenwereld gaat het om de primaire behoeftes; je hebt elkaar, zonder poespas.
”Tegelijkertijd besefte ze hoe moeilijk het is om weer terug te keren naar een reguliere woonsituatie. “Als je eenmaal geproefd hebt aan die vrijheid, wordt het lastiger om terug te keren naar de regels en structuren van de maatschappij. Ik moet er bijvoorbeeld niet aan denken om weer afhankelijk te zijn van instanties die me niet serieus nemen.”
Een systeem met mankementen en hoop op verandering
Suzie’s verhaal werpt een kritische blik op het Nederlandse zorg- en opvangsysteem. Ondanks goede voorzieningen in Amsterdam, blijft het volgens haar lastig om verder te komen. “Zodra je jezelf weer in de maatschappij wil integreren, kom je opnieuw in aanraking met het hokjesdenken.” Dit zorgt ervoor dat veel daklozen vast blijven zitten in een cyclus waar ze moeilijk uitkomen. “Als je uit de daklozenwereld wilt stappen, moet je eerst door een woud van instanties en labels. Het voelt alsof het systeem vooral gericht is op beheersen en indelen, niet op daadwerkelijke ondersteuning.”
Toekomst: terug naar de natuur
De ervaringen van de afgelopen jaren hebben Susie veranderd. Haar toekomstbeeld is niet meer verbonden aan het verkrijgen van een traditionele woning. Wat ze wel hoopt? Rust en een leven dicht bij de natuur. “Misschien ergens waar het beter weer is, waar ik simpel kan leven in de bergen of bij meren. Ik wil gewoon buiten zijn, die vrijheid voelen. Voor mij is dat het belangrijkste nu.”Suzie’s verhaal is een herinnering dat achter elk dakloos bestaan een uniek en menselijk verhaal schuilt. Ze herinnert ons eraan dat het systeem dat we hebben opgebouwd om te helpen, soms ook kan belemmeren. Voor haar blijft het buitenleven, met zijn eenvoud en vrijheid, een plek van rust en veerkracht – ondanks alle obstakels die ze heeft moeten overwinnen.