Dakloosheid is voor veel mensen een ‘ver van mijn bed show’. Toch zijn in Nederland bijna 40.000 mensen dakloos: een verdubbeling vergeleken met tien jaar geleden. Het komt steeds vaker voor dat mensen na een echtscheiding, door het verlies van een baan of schulden op straat komen te staan. Dakloos worden? Het kan werkelijk iedereen overkomen.
Wie zijn onze Nederlandse daklozen eigenlijk? Om die vraag te beantwoorden is het belangrijk om naar de definitie van dakloosheid te kijken. Het Centraal Bureau voor de Statistiek hanteert de volgende definitie:
"Het zijn personen zonder vaste verblijfplaats die slapen in de open lucht, zoals in overdekte openbare ruimten, portieken, fietsenstallingen, stations, winkelcentra of een auto; binnen in passantenverblijven van de maatschappelijke opvang en eendaagse noodopvang; op niet-structurele basis bij vrienden, kennissen of familie."
In ons land gaan zoals eerder gezegd 40.000 mensen op deze manier door het leven.
De meeste daklozen binnen deze groep zijn alleenstaande mannen. Vaak kampen zij ook met verslavingen en psychische problemen. Bij deze groep denken we vaak aan de klassieke ‘zwerver’.
Naast deze klassieke groep zijn er steeds meer jongere daklozen. Ongeveer een derde van de 40.000 Nederlandse daklozen is tussen de 18 en 30 jaar. Dat komt mede door de invoering van de kostendelersnorm in 2015. Bij deze norm telt het aantal huisgenoten mee voor de hoogte van iemands bijstandsuitkering. Het blijkt dat de kostendelersnorm jongeren eerder in financiële problemen brengt en daarmee ligt dakloosheid op de loer.
Verder groeit het aantal daklozen vanwege echtscheidingen, baanverlies en schuldenproblematiek. Bovendien komt het vaker voor dat hele gezinnen dakloos worden. Voor deze families is het moeilijker om snel uit deze situatie te komen. Dat komt door een groot tekort aan huisvesting en met name een gebrek aan sociale huurwoningen.
Vooral de opvang van daklozen in de vier grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht baart zorgen. Momenteel verblijven daar zo’n 15.000 daklozen. In deze vier steden zijn 1500 bedden beschikbaar en in de winter breiden de gemeenten dit aantal uit naar 2300. Dat is te weinig in de huidige situatie.
De wachttijden voor opvang, hulp bij verslaving en psychische zorg lopen ook op. De Nationale Ombudsman heeft daarom eind 2019 de noodklok geluid. Hij wil dat de Rijksoverheid ingrijpt en op korte termijn samen met gemeenten noodoplossingen invoert voor de opvang van daklozen. Daarna moet volgens hem landelijk verder gewerkt worden aan structurele oplossingen.
Ook de Europese daklozenopvang kraakt in haar voegen. Het werk van de Sheltersuit Foundation is daarom harder nodig dan ooit. Zo zijn we in de Verenigde Staten, Duitsland en Groot-Brittannië geweest om daklozen te voorzien van een Sheltersuit.
De Nederlandse situatie is niet uniek. In bijna heel Europa groeit het aantal daklozen. Hieronder staat een lijstje met schattingen van het aantal daklozen in verschillende Europese landen:
Tsjechië : 70.000
Zweden : 33.000
Duitsland : 700.000
Groot-Brittannië : 320.000
Oostenrijk : 15.000
Frankrijk : 900.000
De afgelopen jaren hebben we in grote Europese steden als Dortmund, Londen en Edinburgh sheltersuits uitgedeeld aan daklozen. Zo helpen we de meest kwetsbare mensen in onze samenleving. We bieden ze warmte en bescherming. We zorgen ervoor dat ze worden gezien.
Onze sheltersuits maken een belangrijk verschil voor duizenden mensen in nood. Dankzij donaties van particulieren en bedrijven redden we samen letterlijk levens!